
Er verschijnt een boek met brieven van Arnon Grunberg aan Esther Krop. Grunberg schrijft: De wereld bestaat inderdaad voor het grootste gedeelte uit wat ik noem “debielen,” mensen die niet zelfstandig kunnen nadenken (. . .).
Een slechte vergelijking. Debielen luisteren niet naar de schreeuwers en gelijkhebbers op tv en in de krant. Uiterlijk vertoon doet ze niets. Ze praten juist niemand na. Voor het overige heeft Grunberg gelijk al was hij toen pas 21.
Een slechte vergelijking. Debielen luisteren niet naar de schreeuwers en gelijkhebbers op tv en in de krant. Uiterlijk vertoon doet ze niets. Ze praten juist niemand na. Voor het overige heeft Grunberg gelijk al was hij toen pas 21.