
Joost Zwagerman bespreekt in de Volkskrant van afgelopen woensdag 'De tien geboden voor een schrijver' van Stephen Vizinczey. Zwagerman besteedt veel aandacht aan het eerste gebod: Gij zult niet drinken of roken of drugs gebruiken. Een schrijver moet zijn hersens kunnen gebruiken. Zwagerman zegt dat alleen Maarten ’t Hart zich daar aan houdt en, schrijft hij, graag lees ik naast zijn werk ook de romans en gedichten van de vele kettingrokende drankorgels die onze literatuur rijk is.
Ik zet gauw nog maar een paar biertjes koud.
Ik zet gauw nog maar een paar biertjes koud.