
‘Kan ik er eindelijk bij?’ vraagt hij. ‘Ik zit al een half uur te wachten.’ Hij buigt zich voorover, pakt de bladwijzer van de grond, kreunt ‘godverdomme’ en stopt hem tussen de bladzijden waar hij naar heeft zitten staren. Verwensingen malen door zijn hoofd.
‘Dat kun je toch ook gewoon zeggen.’ Ze kijkt niet op. Alleen haar hand beweegt. Kleine bewegingen, naar links, rechts, naar voren, naar achteren.
‘Ik word er niet goed van,’ zegt hij. ‘Dat ding is van mij. Ik moet er mee werken.’ Hij zucht, staat op en gaat achter haar staan. Hij legt zijn arm om haar schouder, streelt haar nek en glijdt met zijn vingers over de halsketting. Ze ruikt naar de winkels waar ze is geweest.
Zo begint mijn verhaal in de nieuwe Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift dat vandaag bij de post zat.
In het tweede deel van het nummer brengen we een verhaal vol gevaarlijke spelletjes van John Toxopeus, staat er in het voorwoord van de redactie.
‘Dat kun je toch ook gewoon zeggen.’ Ze kijkt niet op. Alleen haar hand beweegt. Kleine bewegingen, naar links, rechts, naar voren, naar achteren.
‘Ik word er niet goed van,’ zegt hij. ‘Dat ding is van mij. Ik moet er mee werken.’ Hij zucht, staat op en gaat achter haar staan. Hij legt zijn arm om haar schouder, streelt haar nek en glijdt met zijn vingers over de halsketting. Ze ruikt naar de winkels waar ze is geweest.
Zo begint mijn verhaal in de nieuwe Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift dat vandaag bij de post zat.
In het tweede deel van het nummer brengen we een verhaal vol gevaarlijke spelletjes van John Toxopeus, staat er in het voorwoord van de redactie.