Iemand van vroeger schreef mij kort geleden het volgende: “Toen ik onlangs door de bibliotheek in Arnhem liep, zag ik tot mijn verrassing jouw boek ‘Wie de jeugd heeft kan wel janken’ liggen. Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt en ik nam het boek mee naar huis. Ik heb het met stijgende belangstelling gelezen. Het is opmerkelijk dat ik jou tijdens een bepaalde periode goed heb gekend, maar dat ik tegelijkertijd eigenlijk niets wist over jouw achtergrond. Het was schokkend om te lezen over jouw jeugd in het pré-Arjostijdperk. Je hebt geen makkelijke jeugd gehad! Het was ook boeiend om te zien hoe jij achteraf je periode als Arjos-secretaris hebt beschreven. Je begrijpt dat ik wel wat aan het zoeken was naar de werkelijke persoon die achter Diederik schuilt. Ik heb mijn oude lidmaatschapkaarten van de Arjos, die ik allemaal heb bewaard, er nog eens op nageslagen. En realiseerde me dat jij onder twee voorzitters secretaris bent geweest. Twee voorzitters, die allebei al overleden zijn. (. . . ) Het viel mij op dat je in je boek redelijk afstandelijk was over de Arjos en zelfs de naam van de organisatie niet hebt genoemd. En ook niet in je biografische gegevens die ik op internet vond.”
De Arjos was de jongerenorganisatie van de ARP, een van de drie politieke partijen waaruit het CDA is ontstaan.
De Arjos was de jongerenorganisatie van de ARP, een van de drie politieke partijen waaruit het CDA is ontstaan.