
Ik worstel met het eind van een verhaal over een man (een beetje een sul) en een vrouw in de trein op weg naar Amsterdam. De vrouw doet niks anders dan fitten. Ze leest hem voortdurend de les. Hij morst koffie over haar goeie goed en wil uitstappen op station Amsterdam-Amstel om papieren servetjes te halen. ‘Dat kan niet. daar heb je geen tijd voor,’ roept de vrouw hem achterna.
De man koopt een krant en een blik bier en hoort de vrouw roepen.
Wat gebeurt er vervolgens? Laat hij de vrouw schreeuwen en drinkt hij rustig van zijn bier terwijl de trein vertrekt? Een ding gebeurt niet. Hij is niet op tijd terug. Misschien drinkt hij van zijn bier en kijkt naar de trein, hoort het geschreeuw van zijn vrouw, het snerpende fluitje en laat de lezer in spanning achter.
Soms sta ik voor moeilijke beslissingen.
De man koopt een krant en een blik bier en hoort de vrouw roepen.
Wat gebeurt er vervolgens? Laat hij de vrouw schreeuwen en drinkt hij rustig van zijn bier terwijl de trein vertrekt? Een ding gebeurt niet. Hij is niet op tijd terug. Misschien drinkt hij van zijn bier en kijkt naar de trein, hoort het geschreeuw van zijn vrouw, het snerpende fluitje en laat de lezer in spanning achter.
Soms sta ik voor moeilijke beslissingen.