De mooiste herinneringen bewaar ik aan speciale ontbijtjes. Op de markt van een middeleeuws stadje aan de zuidkust van Engeland. Met spek, gebakken ei en worstjes natuurlijk, terwijl mijn maag daar eigenlijk niet tegen kan. Thuis eet ik pap, Brinta of gewoon havermout en ook wel een lichtbruine boterham met jam, veel jam. Prima uiteraard, maar het meest geniet ik van een ontbijt op een plek met een rijke historie of natuur in de vroege ochtenduren. Daar kom ik bijtijds mijn bed voor uit.
Over de uitnodiging van de gemeente Vianen om te ontbijten bij De Put op 8 juli 2018, hoefde ik dan ook niet lang na te denken.
Ik had mij voorgenomen te wandelen. De Put ligt op loopafstand van mijn slaapkamer.
Dat had ik beter niet kunnen doen. Langs de weg liepen sporen van de tsunami van plastic afvalproducten waarmee onze aardbol in hoog tempo wordt overspoeld. Breder en dikker werd de laag, vermoedelijk de uitlopers van de afvalberg die de feestvierende festivalgangers de vorige nacht hadden achtergelaten. Ik kon nog terug.
Het viel niet alleen mee, het was een verademing. Overal blije gezichten aan het strandje vol klapstoeltjes, ligstoelen en picknickkleden. Mijn kleindochter verzamelde schelpjes en zong een zelfgemaakte liedje op de muziek van het harmonieorkest Excelsior. Ik at twee bruine boterhammen met kaas en dronk een goede kop koffie.
Regelmatig besteed ik als ouder wordende man aandacht aan de noodzaak van voldoende en zindelijk sanitair in de openbare ruimte. Dat wierp bij De Put zijn vruchten af.
‘Beste John,’ schreef Geert Tijsseling op mijn Facebookpagina, ‘we hebben je geholpen door het verzamelen van de plastic glazen. Waar kunnen we je nog meer van dienst zijn?’ Daarbij een foto van een van die fraaie matgrijze urinoirs waarop een ‘beerier’ was bevestigd. Een houder waarin lege plastic bierbekers hoog waren opgestapeld. Dat zo’n urinoir een plaskruis wordt genoemd, heb ik ook nooit geweten.
*'Mijn Vrijstad Vianen in Waterverhalen', een bundel zkv's (zeer korte verhalen) verschijnt begin 2019.
Over de uitnodiging van de gemeente Vianen om te ontbijten bij De Put op 8 juli 2018, hoefde ik dan ook niet lang na te denken.
Ik had mij voorgenomen te wandelen. De Put ligt op loopafstand van mijn slaapkamer.
Dat had ik beter niet kunnen doen. Langs de weg liepen sporen van de tsunami van plastic afvalproducten waarmee onze aardbol in hoog tempo wordt overspoeld. Breder en dikker werd de laag, vermoedelijk de uitlopers van de afvalberg die de feestvierende festivalgangers de vorige nacht hadden achtergelaten. Ik kon nog terug.
Het viel niet alleen mee, het was een verademing. Overal blije gezichten aan het strandje vol klapstoeltjes, ligstoelen en picknickkleden. Mijn kleindochter verzamelde schelpjes en zong een zelfgemaakte liedje op de muziek van het harmonieorkest Excelsior. Ik at twee bruine boterhammen met kaas en dronk een goede kop koffie.
Regelmatig besteed ik als ouder wordende man aandacht aan de noodzaak van voldoende en zindelijk sanitair in de openbare ruimte. Dat wierp bij De Put zijn vruchten af.
‘Beste John,’ schreef Geert Tijsseling op mijn Facebookpagina, ‘we hebben je geholpen door het verzamelen van de plastic glazen. Waar kunnen we je nog meer van dienst zijn?’ Daarbij een foto van een van die fraaie matgrijze urinoirs waarop een ‘beerier’ was bevestigd. Een houder waarin lege plastic bierbekers hoog waren opgestapeld. Dat zo’n urinoir een plaskruis wordt genoemd, heb ik ook nooit geweten.
*'Mijn Vrijstad Vianen in Waterverhalen', een bundel zkv's (zeer korte verhalen) verschijnt begin 2019.