Mijn psycholoog die ik iedere maand bezoek, vroeg: “En, ben je al weer bezig met een nieuwe boek?”
“Ja,” zei ik, “het gaat over mijn onvoorwaardelijke liefde voor Amsterdam en mijn onovertroffen bewondering voor Rotterdam. Ik heb ook al een titel.”
“Vertel.”
“Joden, kakkerlakken en andere minderheden.”
“Je kan binnenkort wel weer zonder mij,” zei hij.
“Ja,” zei ik, “het gaat over mijn onvoorwaardelijke liefde voor Amsterdam en mijn onovertroffen bewondering voor Rotterdam. Ik heb ook al een titel.”
“Vertel.”
“Joden, kakkerlakken en andere minderheden.”
“Je kan binnenkort wel weer zonder mij,” zei hij.