
Een schrijfdocente gaf ons een paar jaar geleden als opdracht om voor elke les een stukje te schrijven van 150 woorden precies. Wij vroegen wat daarvan het nut was. Je leert om zorgvuldig met woorden om te gaan en na te denken welke woorden je kunt missen en welke perse niet, zei ze. Een nuttige opdracht bleek op den duur. En tellen doet de tekstverwerker.
Vandaag heb ik de laatste hand gelegd aan mijn manuscript met de titel Requiem. Zo’n 45.000 woorden zet ik er steeds bij want een uitgever vindt dat belangrijk.
Toen ik met printen begon keek ik onderaan het beeldscherm en kon het nauwelijks geloven. Precies dat aantal, 45.000, geen woord meer of minder.
Of het een gunstig voorteken is, weet ik niet. Bijzonder is het wel.
Ook nu overkomt het me weer als ik kijk naar de teller: dit stukje telt 150 woorden, precies.
Vandaag heb ik de laatste hand gelegd aan mijn manuscript met de titel Requiem. Zo’n 45.000 woorden zet ik er steeds bij want een uitgever vindt dat belangrijk.
Toen ik met printen begon keek ik onderaan het beeldscherm en kon het nauwelijks geloven. Precies dat aantal, 45.000, geen woord meer of minder.
Of het een gunstig voorteken is, weet ik niet. Bijzonder is het wel.
Ook nu overkomt het me weer als ik kijk naar de teller: dit stukje telt 150 woorden, precies.