
Gisteren, bij de Slegte, las ik eerst de achterflap van De beste Amerikaanse verhalen, samengesteld en ingeleid door Jan Donkers. ‘Er is geen land waar het korte verhaal als literair genre zo intensief beoefend wordt als de Verenigde Staten,’ staat er. ‘Donkers koos 25 verhalen van 24 topauteurs, zoals Saul Bellow, Truman Capote, Philip Roth en John Updike. Daarnaast,’ zo gaat de tekst verder, ‘zijn verhalen opgenomen van buiten Amerika nog niet zo bekende auteurs als Raymond Carver.’
Nou, dat is wel veranderd inmiddels. Ik zoek in het boek het verhaal van Carver. Het heet: ‘We moeten eens praten’ en ik lees de eerste alinea. Ik ken het verhaal niet. Ik weet het bijna zeker. Ik zoek het op als ik thuis ben. Het is het eerste wat ik doe. En ik heb gelijk.
In de verhalenbundels van die andere schrijvers heb ik niet gekeken. Dat blijft nog even spannend.
Een boek uit 1985 met allemaal nieuwe verhalen, dat zou toch wat zijn.
Nou, dat is wel veranderd inmiddels. Ik zoek in het boek het verhaal van Carver. Het heet: ‘We moeten eens praten’ en ik lees de eerste alinea. Ik ken het verhaal niet. Ik weet het bijna zeker. Ik zoek het op als ik thuis ben. Het is het eerste wat ik doe. En ik heb gelijk.
In de verhalenbundels van die andere schrijvers heb ik niet gekeken. Dat blijft nog even spannend.
Een boek uit 1985 met allemaal nieuwe verhalen, dat zou toch wat zijn.