
Ik heb een keer iets gelezen van Gustaaf Peek. Een essay in de Revisor waarvan hij redacteur is. Waarover het ging weet ik niet meer. Ik herinner me alleen het woordje ‘ik ‘, 261 keer het woordje ‘ik’. Ik heb ze geteld. Die Peek heeft het helemaal niet onverwachte moment van de liefde voor zichzelf allang gevonden, dacht ik nog. Toen viel ik in slaap. Snurk! zei ik nog.