
Ik lees Portnoy’s klacht van Philip Roth. Ik ben op de helft. Het is een monoloog, net als De vanger in het graan van J.D. Salinger. Daar denk ik aan en ik vraag me af waarom ik het boek van Roth zoveel mooier vind.
De vanger in het graan is geschreven vanuit de belevingswereld en in de taal van een puber vlak na de Tweede Wereldoorlog en maakte om die reden destijds veel indruk. In Portnoy’s klacht gaat een man tekeer tegen de bekrompenheid van het gelovige (Joodse) gezin waarin hij werd geboren. Die bekrompenheid en schijnheiligheid is van alle tijden en het boek bevat de plaatsvervangende woede als je terug kijkt op je eigen jeugd. Tomeloze woede en scheldkanonnades om je vingers bij af te likken.
De vanger in het graan is geschreven vanuit de belevingswereld en in de taal van een puber vlak na de Tweede Wereldoorlog en maakte om die reden destijds veel indruk. In Portnoy’s klacht gaat een man tekeer tegen de bekrompenheid van het gelovige (Joodse) gezin waarin hij werd geboren. Die bekrompenheid en schijnheiligheid is van alle tijden en het boek bevat de plaatsvervangende woede als je terug kijkt op je eigen jeugd. Tomeloze woede en scheldkanonnades om je vingers bij af te likken.