
Marleen
Mijn boekenkast is vol. Daarom lees ik de boeken die ik niet (meer) ken. Na een paar pagina’s weet ik meestal of ze weg kunnen. Anders lees ik door, zoals Keuromnibus van Jan Mens met verhalen over Marleen Spaargaren en Griet Manshande. Over Amsterdam tussen de beide wereldoorlogen.
Ik lees:
"Marleen bleef staan. Ze legde haar handen op zijn schouders, haar gezicht als een ontluikende bloem naar hem opgeheven. De jongen keek haar aan, het was of dat gezicht in hem overvloeide en een deel van hem zelf werd. Hij vlijde zijn arm om haar hals en gaf haar een vluchtige zoen op haar voorhoofd.
‘Lieverd,’ stamelde hij.
Er kwam een wijze glimlach op Marleens gezicht. Zwijgend hief ze haar mond naar hem op en bood hem de warmte van haar lippen."
Ik zet mijn bril af en snuit mijn neus. Ik ben blij dat ik alleen in de kamer ben.
Ik lees:
"Marleen bleef staan. Ze legde haar handen op zijn schouders, haar gezicht als een ontluikende bloem naar hem opgeheven. De jongen keek haar aan, het was of dat gezicht in hem overvloeide en een deel van hem zelf werd. Hij vlijde zijn arm om haar hals en gaf haar een vluchtige zoen op haar voorhoofd.
‘Lieverd,’ stamelde hij.
Er kwam een wijze glimlach op Marleens gezicht. Zwijgend hief ze haar mond naar hem op en bood hem de warmte van haar lippen."
Ik zet mijn bril af en snuit mijn neus. Ik ben blij dat ik alleen in de kamer ben.