
Interviewer: “Wat is het leukste wat u deze week is overkomen?”
Ik: “Mijn burgemeester, Wim Groeneweg van Vianen, recenseert mijn nieuwe boek ‘Wie de jeugd heeft kan wel janken’.”
Interviewer: “Hoezo? Voor wie?”
Ik: “De regionale bladen staan te dringen.”
Interviewer: “U moet maar afwachten wat hij schrijft.”
Ik: “Het wordt een objectief en eerlijk oordeel. Niet het bla bla dat je overal tegenkomt op internet. Ik ken mijn burgemeester.”
Interviewer: “En als de recensie nou tegenvalt?”
Ik: “Geen probleem. Ook daar smullen de mensen dan weer van.”
Ik: “Mijn burgemeester, Wim Groeneweg van Vianen, recenseert mijn nieuwe boek ‘Wie de jeugd heeft kan wel janken’.”
Interviewer: “Hoezo? Voor wie?”
Ik: “De regionale bladen staan te dringen.”
Interviewer: “U moet maar afwachten wat hij schrijft.”
Ik: “Het wordt een objectief en eerlijk oordeel. Niet het bla bla dat je overal tegenkomt op internet. Ik ken mijn burgemeester.”
Interviewer: “En als de recensie nou tegenvalt?”
Ik: “Geen probleem. Ook daar smullen de mensen dan weer van.”