
Als ik Jeroen Brouwers lees, of over hem lees, doet het me wat. In ‘Restletsels’ in De Brakke Hond overkomt het me weer. Hij schrijft over een Lancia Flamina 1963, het jaar waarin de auto werd gemaakt, waarin ik heb gezeten met een neef die hem nieuw had gekocht, niet de beste maar wel de mooiste auto, zei mijn neef, over het tv-programma Zeeman met boeken waarnaar ik van 1995 tot 2002 elke zondagavond ademloos heb zitten kijken, een beraad van een geheime sekte volgens Brouwers, over een man, 64 jaar, nog aantrekkelijk voor vrouwelijk fraais, allemaal zo herkenbaar voor mij.
Een schrijfcoach vroeg mij: welke auteur leest jouw publiek nog meer? Ik wist het meteen: Jeroen Brouwers.
Een schrijfcoach vroeg mij: welke auteur leest jouw publiek nog meer? Ik wist het meteen: Jeroen Brouwers.